• Jan Postma (NL)

  • Geheugen in Kleur

  • Beschouwende tekst The Umbilical Vein De Brakke Grond

  • september 2013

  • NL

Wat een gelukzalig gevoel moet het zijn wanneer je je jeugdherinneringen kunt voeden met beelden die zo verzadigd zijn, zo vol van kleur en betekenis. Herinneringen hebben de vervelende neiging te vervagen, dikwijls met een onvermijdelijkheid die niet anders dan gruwelijk kan worden genoemd. Details vallen een voor een tussen de planken in de vloer van het geheugen, en blijven daar bij iedere vergeefse stofzuigbeurt als pluisjes stug plakken achter een houthaartje. Wat een weelde is het dan om foto’s te hebben die hun intensiteit weten te behouden. 

De meesten van ons moeten doen met zwartwitfoto’s en goedkope kiekjes waarvan de belichting nooit optimaal was en die ooit zijn afgedrukt in een laboratorium waar aan het individuele beeld geen aandacht werd geschonken. We hebben geen enkele foto in ons archief die werkelijk alles toont wat het moment te bieden had. 

“Bliss was it in that dawn to be alive, but to be young was very heaven”, dichtte Wordsworth over de Franse revolutie. Maar wie deze foto ziet, beseft dat een herinnering aan politieke onrust geen voorwaarde is dat sentiment. Gelukzalig is de nieuwsgierigheid, hemels de onschuld.

Pas wanneer ik een tijdje naar de foto staar, vallen de haren van het meisje een klein beetje uiteen. Omdat ze haar hoofd licht gebogen houdt, werken ze als vitrage die geopend noch gesloten is, die gelijktijdig de contouren van haar neus, donkere wimpers en gestifte lippen toont en verhult. 

Getekend door deze tijd ben ik geobsedeerd door vragen over echtheid en oorspronkelijkheid. In hoeverre is dit beeld het resultaat van een zorgvuldige compositie? Of is het een snapshot? Ik wil zekerheid krijgen over de aard van de foto, een oordeel kunnen vellen, maar kom er niet uit. Die rijkgeschakeerde dekens, de bloedrode kimono, de schoenen, het tijdschrift: alles wat het oog van de kijker trekt, fluistert: hierover is nagedacht. 

Pas als na nog langer staren de achtergrond zich opdringt, blijkt dat er iets niet klopt. Waarom die open deur? Omdat er een elektriciteitsdraad moet lopen naar de lamp die achter het bed verscholen staat? De lamp staat te laag om in bed als leeslamp te dienen, maar als hij is verplaatst voor de foto heeft dat weinig effect gehad, hij is immers nog zichtbaar. En die koffer, wat doet die daar?

En toch is het ook geen simpel kiekje. Dan had dat tijdschrift niet zo perfect gekanteld in haar hand gelegen. Ja, het zou de net iets zwaardere rug van het blad kunnen zijn, samen met de wijze waarop het kind het vasthoudt, die het bijna ongemerkt een beetje laat overhellen naar de linkerkant. Maar dat geloof ik niet. Daarvoor is het beeld op de cover te belangrijk voor deze foto. Vreemd trouwens hoe het ELLE-model als een echo van de Mona Lisa de ogen van de kijker volgt, en zowel het meisje als de fotografe aankijkt. 

Soms heeft het geen zin om met zulke vragen naar fotografie te kijken, soms vallen beelden tussen de categorieën die we hebben bedacht. Toevallig kiekje of zorgvuldige compositie of iets daartussen in, soms doet het er niet toe. Het zijn dit soort door en door persoonlijke beelden die voor wie het moment meemaakte een oneindige rijkdom bevatten. De toevallige passant in andermans leven, iemand die later slechts de foto ziet, moet het doen met een besef van die rijkdom zonder ooit te kunnen vatten waaruit hij precies bestaat. En ook daarmee kun je gelukkig zijn.